God in het gekkenhuis

De dood van een eendagsvlieg

memento mori

Op een dag deelde de eendagsvlieg plechtig mee dat hij weldra zou sterven. En hoewel de slak opperde dat het allemaal zo’n vaart niet zou lopen, hield de eendagsvlieg voet bij stuk en hij stelde voor dat ze nu dan maar allemaal afscheid moesten gaan nemen.

De dieren hadden nog nooit afscheid genomen. De dood kwam altijd onverwacht en voordat de achterblijvers goed en wel doorhadden wat er aan de hand was, was er weer een vriend gewoon verdwenen of meegenomen door de wind of opgegeten door een andere vriend. Ze waren lang aan het nadenken hoe je eigenlijk afscheid moest nemen en als de eendagsvlieg hen er niet op had gewezen dat hij niet de hele dag de tijd had, hadden ze er waarschijnlijk nu nog gestaan.

Als eerste kwam de vlinder.
‘Ach,’ zei deze, ‘het stelt allemaal niets voor. Het is alleen een overgang van daar naar hier en waarschijnlijk ook van hier naar daar.’
De eendagsvlieg bedankte de vlinder en snoof ontroerd zijn neus.

Als tweede kwam de slak, die zei: ‘Waar je ook heen gaat, daar zal je thuis zijn.’ Ook deze keer was de eendagsvlieg diep ontroerd en hij bedankte de slak diverse malen voor deze mooie woorden.

De hele dag door bleven er dieren komen om afscheid te nemen. Het werd al donker toen ten slotte de uil voorbij kwam.
‘Weldra,’ sprak de uil gewichtig, ‘zal het nacht worden. Dat is echter niet het einde.’ Zijn stem klonk bemoedigend. ‘Het is ook niet het begin. Er is begin noch einde.’
‘Dat is mooi,’ zuchtte de eendagsvlieg en stierf.

Toen kwamen de vuurvliegjes om hem eer te bewijzen. Ze zweefden de hele nacht eerbiedig rond het lichaam van de eendagsvlieg.

Toen het licht werd, vervaagden de vuurvliegjes.

Onder een druppel dauw vandaan kroop een eendagsvlieg die aandachtig in de nieuwe wereld rondkeek.
’Ik zal weldra sterven,’ dacht hij met een blij gemoed, ‘Kom, ik zal mijn vrienden vragen afscheid van mij te nemen.’