Open ruimte

Overigens ben ik van mening...

Je mening geven wordt niet altijd op prijs gesteld. Zo gauw je over dat bepaalde onderwerp, dat jou zo aan het hart gaat, wilt beginnen, zie je vaak je toehoorders al onrustig heen en weer schuiven. Je ziet ze denken: daar heb je hem/haar weer met dat eeuwige thema.

Van Cato de Oudere uit het antieke Rome kan je leren dat je een gesprek daarom beter kan beginnen over iets heel anders, om aan het einde geheel onverwachts je punt te maken: overigens ben ik van mening dat Carthago moet worden verwoest.

Het beste werkt deze truc als je met het inleidende onderwerp de mensen raakt. Als je mensen ontroert, willen ze daarna veel van je aannemen. Dat kan via een lach of een traan gaan. Sommige politici, cabaretiers en predikanten hebben deze gave. Het trucje wordt steeds weer opgevoerd, over de hele linie van uiterst links over het midden tot uiterst rechts en van vrijzinnig tot rechtzinnig.
Je bent dus gewaarschuwd, maar als het spel goed gespeeld wordt, kun jij het door de spreker gewenste effect waarschijnlijk niet eens tegenhouden. Als je echt geraakt wordt, gaat je hart open en word je, of je het wilt of niet, ontvankelijk. Daar helpt geen lieve moeder aan. Het beste bewijs hiervan is David, onze zoon toen hij nog zeven was.

Ik moet allereerst een context schilderen. David houdt van cd’s. Niet een klein beetje, maar nogal obsessief. In ieder gesprek wil hij weten of je cd’s hebt, welk merk, of je de cd wel eens verkeerd om in de speler doet, welke speler je hebt, of het een fabrieks-cd is of dat je hem zelf gebrand hebt. Wat hij vooral intrigerend vindt is of er ook een kras of een tik op zit.
Kortom, de wereld van David kan worden verdeeld in fabrieks-cd’s en zelf gebrande. Die laatste kunnen diverse merken hebben en tenslotte kunnen álle cd’s tikken en krassen hebben. Bij ons worden er om de haverklap cd’s uitgerangeerd omdat ze (we weten nooit hoe) opeens tikken en krassen hebben. Deze cd’s worden in dank aanvaard door David en toegevoegd aan zijn grote verzameling die hij op een spindel bewaart. De spindel met de cd’s is Davids liefste speelgoed.
Tot zover de context.

Op een mooie winterdag lopen wij in het Edese bos: Lotte, David, de hond en ik. Zoals gewoonlijk begint elke wandeling met een klein gesprekje over cd’s en zoals gewoonlijk breken we dat na een minuutje vriendelijk maar zeer beslist af. ‘Stop! We willen er niet meer over praten’. Dit zeggen we gewoonlijk een keer of drie en dan kan David de cd’s loslaten en net als wij genieten van de wandeling. De afspraak is: als hij mooi meeloopt en het niet over cd’s heeft, mag hij op de terugweg - je raadt het al - naar een cd luisteren.

Het is een prachtige wandeling. We genieten volop van het mooie weer en het wonderlijke vroegtijdige uitbotten van de bomen.
Een kilometer voor we weer terug zijn bij de auto, gaat David voor me staan en kijkt me met zijn allerliefste gezicht aan.
Ik buig me voorover.
Hij zegt: ‘Er is één ding.’
Kleine pauze.
‘... en dat is liefde.’
Ik ben diep ontroerd.
‘Oh’, zeg ik, ‘wat heb je dat mooi gezegd!’
‘....en een spindel...’ gaat hij verder ‘... en cd’s...’
Punt gemaakt.
Boodschap overgekomen.
Ik kan er niets tegenin brengen.

Op de terugweg luistert blije David naar een cd. Ook zijn ouders zijn erg blij, met zo’n bijzonder kind.